Ga naar hoofdinhoud

Tuinbouw wil minder plastic in de keten

De agrarische sector gebruikt nog veel plastic, onder meer voor verpakkingen. Een groot deel daarvan is te vervangen door verpakkingen van milieuvriendelijke of gerecyclede materialen. Of is zelfs helemaal weg te laten.

In de tuinbouwketen in Greenport West-Holland wordt veel plastic gebruikt voor de productie en verpakking van groenten, fruit, bloemen en planten. Tijdens de bijeenkomst ‘Minder Plastic, meer business in de Greenport-keten’, discussieerden zeventig deelnemers aan zes tafels over alternatieven voor plastic. De deelnemers waren afkomstig uit de gehele tuinbouwketen, zoals toelevering, telers, groothandel en retailer.

Tijdens de discussies bleek dat alternatieven niet per se beter zijn. Hergebruik van plastic kan soms zorgen voor een lagere milieubelasting, op voorwaarde dat het volledig wordt gerecycled. Paul Endhoven, productmanager Horti- & Agriculture Van der Windt Verpakkingen: “Hergebruik van plastic of van alternatieven werkt vooral goed als de reststromen zuiver zijn. Deze hebben de meeste waarde in een circulaire economie.”

Een ander aspect betreft de eigenschappen van plastic. Zo zijn komkommers verpakt in plastic vijf tot tien dagen langer houdbaar, waardoor minder product in de winkel hoeft te worden weggegooid. Maar veel consumenten en ngo’s willen zo snel mogelijk van deze verpakkingen af. “In de discussies merkte je dat de mensen hebben gekozen voor bijvoorbeeld recycling of hergebruik en aan hun standpunt vasthouden’, zegt Endhoven. “Ook blijkt dat bij online verkoop de verpakking nog steeds de functie van houdbaarheid en bescherming heeft, maar het minder van marketinguitstraling van het merk hoeft te hebben.”

Bij het streven naar een kunststofvrije wereld, draait het volgens Endhoven om het zoeken naar de beste oplossing voor minder plastic of alternatieven, die klantspecifiek is en te maken heeft met het product en proces, zoals houdbaarheid in de keten en marketing van de retail. Volgens hem zijn al veel bedrijven bezig met het verbeteren van de CO2-footprint of het leveren van een bijdrage aan het milieu. “De bedrijven zoeken wel naar de juiste informatie. Die kunnen wij ze aanreiken met specialisten en The LCA Centre.”

De levenscyclusanalyse (LCA) van een product is een methode om de totale milieubelasting te bepalen gedurende de hele levenscyclus. Dit gaat onder meer over winning van grondstoffen, water- en energieverbruik, transport en afvalverwerking. Groente- en fruittelers moet volgens Endhoven nadenken over waar hun verpakking door de hele keten heen voor dient: bescherming, transport, houdbaarheid, marketing, consumentengebruik en recycling.

“Sommige telers stappen over op ander folie voor schaaltjes met topseal, omdat het dan van dezelfde kunststoffamilie is, waardoor het beter te recyclen is. Ook geeft een folie, in plaats van een deksel, op een kunststof bakje met bijvoorbeeld bessen een materiaalbesparing van 20 tot 30 procent.” Het verpakkingsbedrijf heeft ook een oplossing voor het hersluitbaar maken van een schaaltje met topseal. In plaats van met een sticker, bewerken zij twee lagen folie met lasertechnologie. Daardoor wordt de mogelijkheid gecreëerd om deze te openen en te sluiten.”

Ook aan de tafel over plastics in de keten van bloemen en planten kwamen verschillende bruikbare ideeën voorbij. Zoals het vacuümtrekken, dat de bol wel laat ademen, waardoor geen verpakking en vulmateriaal nodig zijn. Plastic is dan nog wel nodig, maar dat kan biobased of biologisch afbreekbaar zijn. Een ander idee is bollen te behandelen met een lijmspray, waardoor geen plastic meer nodig is, alleen nog vulmateriaal.