Ga naar hoofdinhoud

Nationale Circulaire Plastics Norm uitdaging in Europees speelveld

Van links naar rechts: Gabriël Spruijt (Executive Vice President DYKA Group), Ingrid Thijssen (Voorzitter VNO-NCW), Jeroen Dirne (Site Director DYKA Steenwijk) en Harold de Graaf (Algemeen Directeur Federatie NRK). Foto: Dyka

De nieuwe Nationale Circulaire Plastics Norm die vanaf 2027 geldt, houdt de gemoederen flink bezig binnen de rubber- en kunststofindustrie. De Nederlandse regering koos bij deze norm namelijk voor een Nederlandse aanpak, terwijl deze industrie zich juist beweegt in een Europees speelveld. De Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) vraagt nu aandacht voor de scheve verhoudingen die dreigen te ontstaan.

De Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) nodigde Ingrid Thijssen (voorzitter VNO-NCW) uit voor een werkbezoek aan producent en leverancier van kunststof leidingsystemen DYKA in Steenwijk. Met dit bezoek vragen ze aandacht voor de uitdagingen van de ongeveer 400 Nederlandse bedrijven in de rubber- en kunststofindustrie die te maken krijgen met de nieuwe Nationale Circulaire Plastics Norm (NCPN). Deze norm houdt in dat er een minimumaandeel niet-fossiele polymeren/kunststoffen wordt gebruikt. De NCPN start in 2027 waarschijnlijk met een vijftien procent verplichte inzet van recyclaat en/of biobased materiaal. Dit loopt op tot 25 tot 30 procent in 2030. Om dit voor elkaar te krijgen is er 267 miljoen euro beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Voor de Nederlandse bedrijven in de sector zijn er alleen een aantal flinke uitdagingen.

Gelijk speelveld

Omdat de NCPN een Nederlandse norm is, ontstaan er scheve verhoudingen in de Europese markt. Voor de Nederlandse industrie bestaan er namelijk andere eisen dan bij Europese concurrenten en importen van buiten de EU. De NRK vraagt om hier nog eens kritisch naar te kijken. ‘Zoals de maatregel nu voorligt is import uit het buitenland vrijgesteld. Oftewel, productie in het buitenland die wordt geïmporteerd in Nederland hoeft niet aan de maatregel te voldoen. Daarmee worden Nederlandse producten duurder dan buitenlandse. Gevolg is dat Nederlandse omzet en daarmee industrie verdwijnt naar het buitenland, economisch verlies, en dat de beoogde CO2-verlaging niet gehaald wordt waardoor het klimaat altijd verliest’, zegt Harold de Graaf, Algemeen Directeur Federatie NRK.

Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW, concludeert: ‘De Nederlandse industrie zet volop in op de transitie naar een circulaire economie en zet daarin grote stappen. De eerste Nationale Circulaire Plastics Norm is een belangrijk instrument om versneld de transitie naar een volledig circulaire kunststofketen te maken. Nu Nederland zijn circulaire verantwoordelijkheid pakt en onze bedrijven een koppositie innemen, is het zaak dat we ook op Europees niveau tot vergelijkbare normen komen. Zo bewaken we het gelijke speelveld voor Nederlandse bedrijven én versnellen we de transitie naar een circulaire economie in heel Europa.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.