Quest Historie heeft laten onderzoeken hoeveel Nederlanders er na de ‘onafhankelijkheidsverklaring’ in 1581 in ons land hebben gewoond. Met die ‘onafhankelijkheidsverklaring’ wordt, zoals u wellicht weet, het Plakkaat van Verlatinghe in 1581 bedoeld, waarmee afstand wordt genomen van de Spaanse koning Filips 11. Volgens velen het belangrijkste document van onze hele geschiedenis. Vrij van de bloedige Spaanse overheersing.
Dat aantal van 59 miljoen intrigeerde mij, exact werd gesproken over 59.148.187. Maar die nauwkeurigheid lijkt mij niet haalbaar. De eerste echte volkstelling vond namelijk pas plaats in 1795. Boeiend vond ik het gegeven, dat er tussen 1581 en het jaar 1800, dus in een periode van 219 jaar, in totaal 14 miljoen mensen in ons land woonden. Gemiddeld dus zo ongeveer 65.000 (14.000.000:219) mensen in ons hele land. Zeg maar de huidige bevolking van Assen, verdeeld over heel Nederland. Ook opvallend: een kwart van alle Nederlanders ooit leeft nu! Kortom, onze landgenoten uit de vorige eeuwen hebben bepaald niet stil gezeten!
Maar ze hebben ook dit prachtige land ingericht: woningen, bedrijfsterreinen, vervoer, landbouw, havens, droogleggingen, inpolderingen en noem maar op. Ze hebben een enorme invloed gehad op de invulling van de ruimtelijke omgeving. Na de Tweede Wereldoorlog vond een gigantische bevolkingsexplosie plaats. In ruim zeventig jaar is de bevolking van Nederland verdubbeld! En we zijn natuurlijk maar een postzegeltje – meer niet – op de wereldkaart. Het gevecht om de ruimte en de grond in ons land wordt intensiever.
Een paar recente krantenkoppen: één miljoen woningen extra nodig, duizenden hectaren voor zonnepanelen, gemeenten schreeuwen om ruimte voor bedrijfsterreinen, alleen met uitbreiding tot vijftien procent van het Nederlandse grondgebied kan de wegkwijnende levende natuur nog worden gered, ruimte voor de rivieren, meer wegen. Bij dat alles vragen planologen zich af: ‘Waar dan?! Het loopt ons nu al over de emmer en we barsten uit de voegen’. We moeten heel creatief met de ruimte omgaan.
\Er vindt de komende twintig jaar een grote omslag plaats; juist op basis van die behoefte aan grond. Die grondhonger gaat ten koste van het landbouwarsenaal, nu nog 54 procent van alle gronden. Dit kan eigenlijk niet anders. Ik denk dat de Chinezen dan toch hun eigen melkpoeder maar moeten maken en de Canadezen hun eigen kazen. En dat kunnen ze ook best: meer dan ruimte genoeg daar. Dat zijn heeeele grote postzegels met ‘pletters’ aan vruchtbare grond. Die hebben ons echt niet zo nodig. Ons kleine landje raakt overvol en kan het in de nabije toekomst niet allemaal meer opbrengen.
Investeringsaftrek
Mogelijk komt het door mijn leeftijd, dat ik nogal eens gesprekken hoor over investeringsaftrek en stamrechten. Meestal in klaagzang uitgevoerd, waarbij we kennelijk door de belastingdienst worden leeggeplukt. Maar is dat wel juist?Ik heb zelf ook bij overnames geprofiteerd van het recht om die investeringen in tien jaar af te schrijven. Als een ondernemer dat met grote bedragen als investering heeft gedaan – bijvoorbeeld gebouwen, machines, grond – dan loopt die investeringsaftrek wel een keer af.
Heb je dan die investeringen gedaan met niet afgelost langlopend vreemd vermogen, dan wordt het lastig. Geen aftrek meer, maar wel de lasten. Bij stamrechten schijnt zoiets ook veel voor te komen. Geld waarover nog geen belasting is betaald, als reserve voor de oude dag wegzetten. Maar in de tussentijd wel van gesnoept of geleend. En aan het eind van de laan komt altijd de belastingdienst langs. Niet fijn, maar als ondernemer weet je van dit soort zaken.
Het blijft evengoed knap vervelend als je aan het eind van je werkzame leven door dit soort zaken krap komt te zitten. Ik denk dat hier nogal eens knelpunten zitten bij bedrijfsbeëindiging of overdacht. Maar je hebt natuurlijk wel veel, misschien wel heel veel fiscaal voordeel gehad van die investeringsaftrek om je bedrijf op te bouwen of uit te breiden. Je bezit te vergroten. Maar dat zijn we dan vaak alweer vergeten…
Boek Andy Vlasveld
In september verscheen mijn debuutroman- of is het een krimi?- met als titel: Andy Vlasveld, uit het bijzondere leven van een eenvoudige plattelandsjongen. De huidige hoofdredacteur van RMB portretteerde mij en het boek in de rubriek ‘Aan de tap met…’ in het oktobernummer van RMB. Mede daardoor en ook spontaan ontstond er een behoorlijke vraag naar het boek uit de lezerskring van RMB. Dank daarvoor, zeer gewaardeerd! Ik ben kennelijk nog niet helemaal vergeten en dat én de positieve reacties op het boek, geven een warm gevoel. Mijn royalty’s gaan overigens volledig naar een goed doel: de voedselbanken in de Achterhoek.
Dank voor het (ook) in dit bijzondere jaar 2020 lezen van mijn ‘Krabbels.’ En voor u en de uwen: hele fijne decembermaand en alvast een fantastisch 2021 gewenst. Blijf gezond en houd de moraal hoog!
