Vrij beursgevoel…

Ik heb mij er al eerder over verbaasd, hoe simpel er soms wordt gedacht. Slecht onderbouwde visies en verzuim in doorkoppelen. Neem nou onze – aangeprate? – vliegschaamte. Vliegtuigen zorgen voor CO2 en zullen ook wel een bijdrage leveren aan het stikstofprobleem. Dus moeten we minder gaan vliegen, vooral pleziervluchten naar vakantieadressen.

Oké, en dan? Stel er gaan honderdvijftig mensen met een vliegtuig naar Benidorm. Maar vanwege de vliegschaamte durven ze dat niet meer, want: ‘o,o,o wat zeggen vrienden en buren wel niet van zo’n ongepast en ouderwets gedrag?’. Dus, ze besluiten los van elkaar alle honderdvijftig niet naar Benidorm te vliegen.

Dan nu mijn punt tot nadenken: blijven ze dus allemaal thuis? Of gaan ze op de fiets naar Beneden Leeuwen? Dat verwacht ik helemaal niet. Ze besluiten met de auto naar Benidorm te gaan! Kortom, niet met één gezamenlijk vliegtuig, maar met laten we zeggen vijftig eigen auto’s. Wat zou nou ‘het slechtste’ zijn? Neem aan dat u begrijpt wat ik bedoel, er wordt niet doorgekoppeld!

Over plastic hebben we het al vaker gehad. Zit in de hoek waar de klappen vallen, plastic heeft het gedaan. Ondanks alle geweldige eigenschappen van dat materiaal, dat dagelijks mens en dier van nut is. Dat plastic niet vanzelf in de sloot loopt, dan wel de oceaan in vliegt, wordt kennelijk vergeten. Het is de mens….et cetera.

Vertederend vond ik de reactie van een fijne, nogal alternatieve, vriendin van ons, toen ik haar een kop thee aanbood. Diverse smaken en in diverse zakjes. Zij: “Het liefs heb ik die rooibos, maar daar zit een plastic koordje aan, doe dus maar wat anders.” Zij denkt echt daarmee de wereld te redden, beetje naïef, maar toch. Eigenlijk zo vertederend, zonder te weten wat er allemaal elders in de wereld massaal gebeurt.

Kent u de wet van het Afnemend Grensnut? Kort gezegd: als iemand drie dagen zonder drinken door een snikhete woestijn heeft gelopen, heeft hij alles over voor een glas water. Ook een tweede glas mag kosten wat het kost. Maar dan neemt de primaire behoefte af. In de marketing kent men dat begrip maar al te goed. Bij het gebruik van voedsel – in dit geval vlees – zie je dezelfde wetmatige ontwikkeling. Eerst willen we simpelweg vlees eten, dan graag veel, dan graag lekker.

Als dit allemaal volop is ingevuld, worden we echter kritisch: wat eten we eigenlijk? En waarom zoveel? Waar komt het vandaan? Zo zie je nu een kennelijk onstuitbare opmars van talloze vegetarische producten en een sterk groeiend aantal vegetariërs, flexitariërs en pescotariërs. Ik merk overal om mij heen die kritische houding ten opzichte van vlees, of teveel vlees. Verbaasde mij onlangs bij een lunch met vijf mannen; drie ervan bestelden vegetarische pasta. Nog nooit vertoond!

Argumentatie: ‘Zo kan het echt niet doorgaan in ons land’. Zelf was ik aan de rosbief… En toch ook bij ons zo nu en dan vega op het bord, met toegevoegde eiwitten. En eerlijk is eerlijk: smaakt prima. Een ontwikkeling die met geen duizend trekkers is te keren. Ik vrees zelfs integendeel. De moderne mens maakt keuzes. Het lijken soms wel twee totaal verschillende werelden, de producenten van vlees en hun consumenten. De boeren trekken (of trekkeren) massaal naar Den Haag, maar hun kritische afnemers slaan een andere weg in…

Dit jaar kan ik voor het eerst als een soort ’toerist’ naar de recyclingbeurs in Gorinchem. Al die jaren was ik vooral beroepsmatig vanuit mijn functie als hoofdredacteur/uitgever van Recycling Magazine Benelux. Nu kan ik er freewheelen als ik dat wil. Maar ik ga natuurlijk wel; veel te gezellig!

Henk Meinen