Nieuws
Afvalsorteertafel vol-handdoekpapiertjes. Foto: Renewi

De Universiteit Utrecht (UU) is eind 2019 gestart met een afvalonderzoek. Naast medewerkers en studenten bestond de werkgroep op de UU ook uit leveranciers en collega’s van de afdeling inkoop. Door inzicht te krijgen in het afval, konden de onderzoekers bepalen waar de prioriteiten en aangrijpingspunten liggen voor afvalpreventie en -scheiding.

Een sorteerproef is eigenlijk niet veel meer dan het omdraaien van de afvalbak, om vervolgens alle items uit te sorteren. Hoort die verpakking wel in deze bak thuis? En wat voor afval komen we eigenlijk tegen? Met name de analyse van het restafval is interessant. Op het moment dat het afvalonderzoek werd gestart, bestond 85 procent van het totale afval van de UU uit restafval. Verder zamelt de universiteit PMD, papier, etensresten en kartonnen bekers in de algemene ruimtes in.

Marije Elschot is contract- en leveranciersmanager op de universiteit en vertelt hoe dat ging: “Eerst is er uitgebreid in kaart gebracht welke ruimtes en leveranciers er in het gebouw zijn. Vervolgens hebben we een week lang restafvalzakken doorgespit, afval gewogen en foto’s van de resultaten genomen.” De meeste afvalinzamelaars bieden een sorteeranalyse op locatie aan als service. Je kunt hierover ook afspraken maken in het afvalcontract.”

De volgende vraag is dan: wie van de organisatie nodig je uit voor de analysedag? Elschot: “Het is van primair belang om de gebruikers van de afvalbakken uit te nodigen: medewerkers van de afdelingen en in het geval van het onderwijs ook studenten. Dit confronteert hen met hun eigen gedrag en er ontstaat meer bewustwording over de afvalproblematiek. Belangrijk is er mee rekening te houden dat er jaarlijks nieuwe studenten komen. Die wil je elk jaar betrekken bij de duurzaamheidsdoelstellingen.”

Sorteerproef: wanneer en hoe vaak?

Een sorteerproef eenmalig uitvoeren is al heel nuttig. Er komen namelijk direct maatregelen voor producten en verpakkingen naar voren waarmee je aan de slag kan. Als je de proef later nog een keer uitvoert, kun je de effecten van genomen maatregelen ook terugzien in de tweede analyse. De start van een nieuw afvalcontract is in ieder geval een goed moment om een nulmeting uit te voeren door middel van een sorteerproef. Op de UU werd de sorteerproef een jaar later nog een keer gedaan.

Maar de timing was niet ideaal, aldus Elschot. “Door de geldende coronamaatregelen was het pand voor langere tijd gesloten geweest en waren er minder studenten en medewerkers continue aanwezig. Eigenlijk zijn in dit geval de resultaten moeilijk tot niet vergelijkbaar. Tussen de eerste en tweede sorteerproef hebben we de plastic stroom omgezet naar PMD en dit zag je wel duidelijk terug. Er waren nauwelijks nog blikjes en drinkkartons in het restafval.”

Momentopname

Een sorteerproef blijft sowieso een momentopname. Als er die dag een evenement was, zijn de resultaten al verstoord. Of als er die dag wat aan de hand was met het weer of op het spoor. De resultaten zijn daarom minder geschikt voor constante monitoring. ELSCHOT: Wij hebben uiteindelijk in één representatief gebouw gekeken naar het afval uit verschillende ruimtes: keuken, restaurant, publieke ruimtes, bibliotheek en pantryruimtes (met drank- en snackautomaten). De inzichten kunnen grotendeels worden doorvertaald naar nze andere gebouwen.”

De analyse gaf volgens Elschot allereerst inzicht in de ‘moeilijke’ producten die ook interessante discussies met de leveranciers en studenten geven. Dit zijn vooral de samengestelde verpakkingen, zoals papier met plastic en de wikkels van snackverpakkingen. Wat is dat precies voor materiaal en waarom is het dan bijvoorbeeld restafval? “Daarnaast kregen we goed zicht in welke soorten producten veel aanwezig zijn in de reststroom. Zo hebben we samen met de leverancier van hygiënemiddelen de handdoekpapiertjes opgepakt. Die zamelen we nu apart in tot een circulaire stroom.

Tips

Elschot deelde haar ervaring met de sorteerproef op een kringbijeenkomst met twintig andere onderwijsinstellingen die hun afval meer circulair willen inrichten. “Door mijn ervaring te delen met de groep, blijkt onze afvalsamenstelling vergelijkbaar met dat van andere onderwijsinstellingen. Bovendien hadden anderen ook nog handige tips, zoals een nulmeting te houden bij de start van het onderwijsjaar en later in het voorjaar.”