
Corona heeft het afgelopen jaar een forse impact gehad op het aanbiedgedrag van afval- en grondstoffen. Wachtrijen voor de milieustraat, verzamelcontainers met veel afval en bijgeplaatste kartonnen dozen, het was in veel Nederlandse gemeenten het gangbare beeld. Dit leidde niet alleen tot ergernissen bij de inwoners, maar ook de kosten voor gemeenten stegen flink.
De NVRD heeft via de Benchmark Huishoudelijk Afval bij haar achterban uitgevraagd wat volgens hen de corona-effecten op het aanbiedgedrag van afval en grondstoffen zijn. Belangrijkste conclusie van publieke afvalbedrijven en gemeenten: we scheiden ons afval nog net zo goed, maar toch belandt er meer (restafval) in de verbrandingsoven. Een trendbreuk.
Afgelopen jaar werd er door verschillende lockdowns ineens massaal thuisgewerkt en geconsumeerd (minder bedrijfsafval, meer huishoudelijk afval), steeg het aantal online inkopen (meer kartonverpakkingen), werden zolders en schuren opgeruimd en was er veel meer verbouwingsactiviteit. Een eerste voorlopige analyse van 2020 laat zien dat het totale afval- en grondstoffenaanbod vijf procent hoger ligt dan dat in 2019.
Inwoners bleven net zo netjes hun afval scheiden als in 2019, maar doordat we in totaal veel meer afval produceerden, ontstond er meer restafval. Restafval wordt verbrand en niet gerecycled. Dit is echt een trendbreuk: al jaren daalt door ons goede gedrag het aandeel restafval. Voor het eerst in jaren nam het aandeel restafval weer toe, en wel met vijf procent. “Restafval belandt in de oven, en wordt dus niet gerecycled. Precies het omgekeerde van wat we willen met een circulaire economie”, aldus Wendy de Wild, directeur van NVRD.
Ondanks de onverminderde -inspanningen om restafval terug te dringen. Want ook in 2020 is het aantal gemeenten dat diftar en omgekeerd inzamelen heeft ingevoerd, weer toegenomen. Uit de Benchmark Huishoudelijk Afval van de NVRD blijkt dat deze twee methoden het meest succesvol zijn om restafval te verminderen.
Milieustraten
Zo’n 85 procent van de gemeenten en inzamelbedrijven zag het aantal bezoekers op de milieustraat afgelopen jaar stijgen, 47 procent zelfs aanzienlijk. In de grote steden met vijftig tot honderd procent hoogbouw, waren de effecten nog groter met respectievelijk 93 en 85 procent. Opvallend is dat ook twaalf procent van de gemeenten en inzamelbedrijven een afname in het aantal milieustraatbezoekers hebben geconstateerd. Dit zijn vooral ook de gemeenten en bedrijven die de openingstijden van de milieustraat hebben teruggebracht (door overmacht) en/of het maximaal aantal bezoekers op het stortbordes hebben beperkt.
Ook de grofvuil haalservice werd vaker gebeld: 47 procent van de Nederlandse gemeenten zag een forse toename als gevolg van corona. Bij gemeenten met vijftig tot honderd procent hoogbouw was dat zelfs 58 procent. Slechts 33 procent van de landelijke gemeenten zag een forse toename. Bijna een kwart van de landelijke gemeenten zag geen effect tot een (lichte) afname.
Fors meer kosten voor gemeenten
De toename van de kosten als gevolg van corona liggen vooral aan de inzameling en verwerking van grof huishoudelijk afval. Gemeenten en inzamelbedrijven geven aan dat deze kosten tien tot vijftien procent hoger zijn dan het jaar ervoor. De NVRD vreest dat de coronatrend nog wel even blijft. De Wild: “Thuiswerken is ook in 2021 nog gebruikelijk en met de economische opleving en de overspannen woningmarkt verwachten we nog meer verbouwingen. Dat is zeker zorgelijk als ook de trend van meer restafval doorzet.”