De kunststofrecyclingindustrie in Europa maakt een van de moeilijkste periodes door sinds lange tijd. Het afgelopen jaar hebben economische druk, onzekerheid over regelgeving en een zwakke vraag voor gerecycled plastic gezorgd dat recyclers moeite hebben om het hoofd boven water te houden.
Wat ooit werd gezien als een veelbelovende sector binnen de circulaire economie, staat nu onder zware druk, waarbij veel recyclingfabrieken op verminderde capaciteit draaien of volledig zijn gesloten. In heel Europa klopt de economische balans niet meer: hoge exploitatiekosten in combinatie met dalende prijzen voor hoogwaardig plastic hebben het concurrentievermogen aangetast. De prijzen voor nieuw polymeer zijn sterk gedaald onder druk van nieuwe productiecapaciteit die wereldwijd online is gekomen. Het aanbod blijft sneller groeien dan de vraag, waardoor de prijzen voor hoogwaardig materiaal tot het laagste niveau in jaren zijn gedaald.
Wereldwijd probleem
Dezelfde druk is zichtbaar in Azië, waar recyclers ook op lage capaciteit draaien om hun fabrieken operationeel te houden. Goedkope nieuwe materialen hebben gerecyclede harsen naar de achtergrond verdrongen, waardoor Aziatische kopers aarzelen en minder belangstelling hebben voor de import van Europees plastic afval.
Mondiale regelgevingsknelpunten
De mondiale afvalregelgeving is een belangrijk knelpunt geworden voor de recyclingwaardeketen, ook in Europa. Maleisië heeft nog geen duidelijkheid over zijn systeem voor de verlenging van recyclingvergunningen, waardoor de import van plastic afval wordt beperkt. Vietnam blijft kampen met vertragingen en complicaties als gevolg van de veranderende importregels, terwijl India nog steeds wordt gehinderd door de omslachtige kennisgevingsprocedure, waarbij zowel de exporterende als de importerende autoriteiten hun goedkeuring moeten geven, wat in de praktijk moeilijk blijft.
Deze regelgevingsbelemmeringen hebben de exportstromen uit Europa aanzienlijk verminderd. Door de verminderde exportmogelijkheden en de beperkte binnenlandse vraag zijn de prijzen voor afval sterk gedaald. LDPE-afval van kleurloze folie, dat in september nog rond de 370-380 euro per ton werd verhandeld, was begin november gedaald tot 315-320 euro.
Gekleurde LDPE-folie kostte slechts 30-35 euro per ton, wat nauwelijks voldoende was om de balenperskosten te dekken. Witte en schone PP-bigbags, die in september nog 130 euro per ton opbrachten, werden enkele weken later verkocht voor 70-75 euro per ton. Dergelijke prijsniveaus maken de activiteiten van afvalverwerkingsbedrijven en inzamelcentra economisch onhoudbaar.
Lage prijzen
De prijzen voor ruwe olie, die worden beïnvloed door aanhoudende geopolitieke spanningen en een trage wereldwijde groei, zijn sinds september relatief laag gebleven. Een vergelijking van de NYMEX-prijzen voor ruwe olie tussen september en november laat een consistente dalende trend zien, die op zijn beurt de prijzen voor hoogwaardige polymeren laag heeft gehouden.
Als de prijzen voor ruwe olie en nieuwe polymeren zich in 2026 herstellen, zouden recyclers weer wat concurrentievermogen kunnen terugwinnen. Voorlopig blijft de onbalans tussen goedkope nieuwe kunststoffen en dure gerecycleerde materialen echter zwaar wegen op de marges en het sentiment.
Kennisgeving verandert het spel
De Europese recyclingmarkt staat in 2026 voor een beslissend keerpunt. Vanaf mei valt alle export van kunststofafval uit Europa onder een kennisgevingssysteem, waardoor de controles aanzienlijk worden verscherpt. Dit betekent dat voor elke zending voorafgaande toestemming van zowel de Europese als de invoerende autoriteiten vereist is, een proces dat gepaard gaat met veel papierwerk, bankgaranties en documentatietrajecten. Vanaf november 2026 wordt de export naar niet-OESO-landen verboden.
Exporteurs zullen het steeds moeilijker en duurder vinden om plastic afval uit Europa te verwijderen. De autoriteiten zelf zullen te maken krijgen met een zware administratieve last bij het verwerken van kennisgevingen en het onderhouden van contacten met buitenlandse milieu-instanties. Tenzij Europa zijn eigen recycling- en verwerkingsinfrastructuur snel uitbreidt, kunnen zich grote hoeveelheden plastic afval in eigen land ophopen, waardoor de prijzen voor afval verder onder druk komen te staan en de inzamelsystemen worden verstoord.
Capaciteitstekort?
In sommige Europese landen wordt meer ingezet op het gebruik van gerecycleerde korrels, of om belastingen te heffen wanneer niet aan het minimumgehalte aan gerecycleerde materialen wordt voldaan. Dit moet de vraag naar gerecycleerde polymeren stimuleren. Zolang dergelijke maatregelen echter niet in alle EU-lidstaten worden geharmoniseerd, zal het effect ervan beperkt blijven. De periode van mei tot november 2026 zal cruciaal zijn.
Nu alle exporten moeten worden aangemeld en de export naar niet-OESO-landen daarna wordt stopgezet, is de hamvraag of Europa en zijn OESO-partners voldoende capaciteit zullen hebben opgebouwd om het plastic afval dat momenteel naar niet-OESO-landen wordt gestuurd, op te vangen en te verwerken.
Bron: Recycling International
