
Afvalbedrijf AEB mag van de Autoriteit Consument en Markt niet verkocht worden aan het Rotterdamse Afvalverwerking Rijnmond (AVR). Volgens de toezichthouder zou de overname de concurrentie op de arbeidsmarkt verstoren. AVR beraadt zich nu op eventuele juridische vervolgstappen, maar dit zal volgens het bedrijf geen invloed meer hebben op de beoogde overname van AEB. ‘Deze is met het besluit van de ACM van de baan.’
De teleurstelling bij beide bedrijven is groot. Zo laat AEB directeur Michel Frequin weten: “AEB zocht een nieuwe aandeelhouder met kennis van de markt en een langetermijnvisie op duurzame afvalverwerking. Met AVR hadden we die overduidelijk gevonden. Het valt ons zwaar dat het nu niet doorgaat.” Ook Yves Luca, CEO van AVR reageert: “De kans op een innovatieve en unieke samenwerking is nu van de baan. En dat is bijzonder teleurstellend. Iedereen maakt afval en dat moet opgeruimd worden. Wij hebben alles in huis om ogenschijnlijk waardeloos afval om te zetten in iets heel waardevols. Zo zorgen wij ervoor dat 98% van het restafval wordt hergebruikt. Bijvoorbeeld voor het verwarmen van duizenden huishoudens. Daar zitten tientallen jaren van continu verbeteren en ontwikkelen in. Die kennis hadden wij graag ingezet in Amsterdam om het restafval op een veilige manier te verwerken en te hergebruiken.”
Onzekere tijd
De overname van AEB door AVR werd al in december 2021 aangekondigd. In de tussentijd lag het dossier bij de ACM. Een onzekere tijd, ook voor de medewerkers van het bedrijf. Hoe het nu verder gaat met AEB is volgens Frequin nu aan aandeelhouder Gemeente Amsterdam. Frequin uit verder zijn dank aan de collega’s van AVR en alle betrokkenen bij de gemeente Amsterdam voor de inzet om de overname te laten slagen. “Daarnaast gaat er een groot compliment uit naar alle medewerkers van AEB Amsterdam. Zij hebben hun ogen op de bal gehouden in de achterliggende tijd vol onzekerheid. De stad, onze klanten en onze partners kunnen ook de komende tijd op hun niet aflatende inzet blijven rekenen.”