Algemeen

De milieuschade door plastics ligt bijna tien keer hoger dan de marktprijs. Volgens een studie van CE Delft gaat het om 2,8 biljoen euro aan verborgen kosten in 2019 wereldwijd. Het is uiteindelijk de samenleving die deze externe kosten voor milieuvervuiling betaalt. Recycling Netwerk Benelux pleit voor een belasting op virgin plastics.

In Nederland wordt er ieder jaar twee miljard kilogram aan plastic producten gekocht – zo’n 117 kilogram per persoon per jaar. Om de productie en het gebruik van virgin plastics (nieuw plastic op basis van aardolie of schaliegas) te ontmoedigen is een milieubelasting een potentieel effectief instrument, aldus RNB. Momenteel reflecteert de lage marktprijs van virgin plastics niet de kosten van milieuvervuiling. Door een belasting te heffen op virgin plastics, kan dit (deels) worden rechtgetrokken. Een hogere prijs maakt het ook aantrekkelijker om recyclaat in te zetten. Minder inzet van virgin plastics leidt tot minder CO2-emissies en sluit daarmee aan bij de klimaatagenda van het kabinet.

Het Verenigd Koninkrijk gaat vanaf april 2022 een belasting van £200 per ton (ongeveer 235 EUR) invoeren op plastic verpakkingen die minder dan dertig procent gerecycled plastic bevatten (geproduceerd in het VK of geïmporteerd). Ook het Spaanse kabinet heeft plannen om een nieuwe belasting op virgin plastics in te voeren van 0,45 euro per kilogram niet-gerecycled plastic in niet-herbruikbare verpakkingen.

CE Delft heeft in opdracht van de Nederlandse overheid een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een nationale heffing op virgin plastic (naar aanleiding van een motie van Van Raan (PvdD). In de plastic keten zijn er meerdere schakels waar een belasting kan worden geheven. De heffingsgrondslag kan het volume zijn, het gewicht (ruwe aardolie, kraker-voeding, polymeren, en plastic producten), het aantal stuks (bij plastic producten) of de prijs. De twee opties die CE Delft heeft geëvalueerd zijn.

  • Belasting op plastic korrels
    Volgens het CE Delft-rapport is een belasting het makkelijkst vorm te geven op het moment dat kunststof korrels en poeder (polymeren) worden doorverkocht aan producenten van plastic (tussen)producten. Het product dat dan wordt belast, is namelijk homogeen, goed meetbaar en het aantal belastingplichtigen is relatief beperkt, namelijk vijftien bedrijven en importeurs. Daarnaast lijkt recyclaat relatief makkelijk uit te zonderen van de belasting en wordt de toepassing ervan direct gestimuleerd.
  • Belasting op plastic eindproducten
    Een belasting op plastic eindproducten, inclusief geïmporteerde producten, heeft deze weglekeffecten niet, maar is moeilijker vorm te geven, vanwege het grote aantal producten en belastingplichtigen. Daarnaast is het lastiger om producten met recyclaat uit te zonderen van de belasting en is de effectiviteit afhankelijk van onder meer de prijselasticiteit. Om de invoering van de belasting te simplificeren, kan de belasting worden beperkt tot eenmalige plastic verpakkingen. Voor een reductie van plasticsgebruik moet de belasting de prijs van plastics wel significant verhogen.

Hoe de belasting precies moet worden vormgegeven vergt nog verdere uitwerking, maar één ding staat volgens RNB vast: een milieubelasting op virgin en/of eenmalige plastics geeft uitvoering aan het principe ‘de vervuiler betaalt’ en stimuleert effectief de inzet van recyclaat.