Complexe regelgeving en klagende omwonenden maken dat recyclers niet altijd en overal met open armen worden ontvangen. Heel Nederland gaat voor de 100% circulaire economie, maar een recyclingbedrijf vestigen én omwonenden tevreden te houden, blijkt vanwege (de angst voor) stank-, vliegen- en geluidsoverlast vaak knap lastig.
In Tilburg klagen de omwonenden van recyclers CVB Recycling en Verhoeven BV over het geluidsoverlast van de beide bedrijven. Puinbrekers, shredders en de aan- en afvoer van materiaal met vrachtwagens vinden de omwonenden dermate storend dat ze aangeven overdag niet meer in de tuin te kunnen zitten. Voor protest aantekenen is het voor de bestaande activiteiten te laat, zegt een van de bewoners tegen het ED, “maar een volgende vergunningsaanvraag vechten we aan”.
De beide recyclers laten zich tegen het ED ook horen. Ze geven aan de klachten uit de buurt heel serieus te nemen. Zo investeerde CVB Recycling ruim een ton om het geluid van de machines te beperken. Het aantal klachten daalde, maar sommige bewoners zijn niet meer tevreden te stellen. Waar woonwijken dichtbij industrieterreinen liggen, blijft dit spanningsveld waarschijnlijk ook altijd bestaan.
Te veel stikstof
Ook bandenrecycler Rubber Verwerking Nederland kwam dit jaar meerdere malen in het nieuws. Het bedrijf moest weg van de locatie in Almen (Gelderland). De gemeente had het terrein van de recycler gekocht, maar een geplande verhuizing naar Zutphen ging niet door. De recycler zou te veel stikstof gaan uitstoten en was daarom toch niet welkom.
Een nieuwe locatie werd gevonden in Enschede. Maar ook dat ging niet zonder slag of stoot. De buurt tekende protest aan en probeerde via de gemeente de komst van de recycler tegen te houden. Maar het protest werd van tafel geveegd en in maart 2022 verhuisde het bedrijf alsnog naar Enschede.
Niet welkom op eigen terrein
Ook als je denkt dat je jouw bedrijf op orde hebt kan wet- en regelgeving roet in het eten gooien. Het overkwam een plasticrecycler in Brunssum. De eigenaar van het recyclingbedrijf besteedde de recyclingactiviteiten daar uit aan het huurder. Die activiteiten vielen deels onder milieucategorie 4.2. De huurder ging failliet en de recyclingactiviteiten kwamen daarmee stil te liggen, tot het hele faillissement was afgewikkeld. Toen de eigenaar van het bedrijf eindelijk weer toegang kreeg tot het terrein, bleek dat die door diefstal en vernielingen van de machines de recycling niet direct weer op kon starten.
Nieuwe regels
In de tijd dat het bedrijf tijdelijk inactief was, besloot de gemeente de milieucategorie van het bedrijventerrein omlaag te schroeven. Normaal gesproken mag je als bedrijf na een bestemmingsplanwijziging wel doorgaan met de activiteiten, ook al zijn die niet helemaal in lijn met die wijziging. Voorwaarde is dat het bedrijf actief blijft. In dit geval was er een onderbreking van de activiteiten en daarmee moest het bedrijf zich houden aan het nieuwe bestemmingsplan. Daarmee mochten bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 4.2 niet meer opgestart worden. De eigenaar van het bedrijf kwam hiermee nog voor de rechtbank in Arnhem, in de hoop dat ze alsnog de activiteiten weer op kon starten zoals voorheen werd gedaan. Het was immers niet haar schuld dat het bedrijf tijdelijk niet actief was en de activiteiten waren maar korte tijd gestopt. Maar de rechter gaf haar ongelijk.