
De verkoop van de Amsterdamse afvalverwerker AEB zit in de eindfase. De drie overgebleven kandidaten moeten vrijdag hun definitieve biedingen op tafel leggen. Zo bericht het Financieele Dagblad. Daarna duurt het hooguit enkele weken voordat de winnaar bekend is. De strijd gaat tussen de Rotterdamse afvalverwerker AVR, de Amerikaanse investeerder Strategic Value Partners en een consortium van investeerders dat bestaat uit het Britse Infracapital, het Australische Macquarie en het Nederlandse Stecc.
Twee zomers geleden stond AEB nog op omvallen. Mede door een geldinjectie van 35 miljoen euro van de gemeente Amsterdam wist het bedrijf op de been te blijven. Met de verkoop hoopt Amsterdam, nu nog enig aandeelhouder, verlost te zijn van het probleemdossier AEB. Tegelijkertijd is de gemeente er beducht op dat het bedrijf, dat het afval van alle Amsterdammers verwerkt, in goede handen komt.
AEB bestaat uit een afvalverbrandingscentrale, een biomassacentrale en een recyclinginstallatie. Het concern wekt met het verbranden van afval en biomassa elektriciteit op, die het op de markt verkoopt. De warmte die bij dit proces vrijkomt, verkoopt AEB aan een apart warmtebedrijf. Die levert deze warmte aan zo’n 40.000 Amsterdamse woningen.
Voor de start van de verkoop stelde de gemeente een aantal eisen. Geïnteresseerde partijen mochten alleen een bod uitbrengen op het gehele bedrijf. De nieuwe eigenaar moest verder beloven het afvalbedrijf minstens drie jaar in handen te houden. De gemeente wil hiermee voorkomen dat een opportunistische koper met een paar snelle ingrepen in korte tijd een klapper maakt over de ruggen van de inwoners van de stad. Amsterdammers zijn via hun afvalheffing uiteindelijk goed voor een flink deel van de inkomsten van AEB.
AEB kwam medio 2019 in grote problemen. De directie moest vanwege achterstallig onderhoud vier van de zes verbrandingsovens uitzetten. Dat leidde tot een grote financiële strop. Door het stilleggen van de ovens had afvalverwerker amper inkomsten en moest het op eigen kosten afval elders laten verwerken. Er was een kapitaalinjectie van de gemeente en banken nodig om overeind te blijven. Wat volgde, was maandenlang gesteggel over de toekomst, een reorganisatie en grootschalig onderhoud. De gemeente startte ook een raadsenquête, het zwaarste onderzoeksmiddel op gemeentelijk niveau, om de oorzaken van het debacle te achterhalen. Sinds eind 2019 draaien de afvalovens weer op volle kracht. Daarop besloot de gemeente AEB te privatiseren.
De drie overgebleven kandidaten zijn erg verschillend:
- De Rotterdamse vuilverbrander AVR is in handen van een Chinees consortium, onder leiding van Cheung Kong Infrastructure. AVR zou de meeste kosten kunnen besparen door op termijn onderdelen samen te voegen.
- Strategic Value Partners is een Amerikaanse partij met een scherp randje. De investeerder aast graag op bedrijven in de problemen, waar het vervolgens schoon schip kan maken. Dit doet het het liefst door de schuld van deze probleemgevallen tegen bodemprijzen op te kopen, in de hoop deze schuld later om te kunnen ruilen voor aandelen.
- De derde bieder is een gelegenheidscoalitie van investeerders. Het grote Macquarie bood aanvankelijk alleen op AEB, maar sloot zich gaandeweg het proces aan bij de groene investeerders Infracapital en Stecc.