Ga naar hoofdinhoud

“Een verbod op niet-recyclebare producten is nodig”

Als we in Nederland echt circulair willen worden, dan zou een verbod op niet recyclebare producten moeten komen. Zo zegt Dion van Steensel, algemeen directeur van energie- en afvalbedrijf HVC, in het voorwoord van het jaarverslag van het bedrijf. Daarbij is volgens hem de mate waarin de rijksoverheid haar rol pakt om tot een circulaire economie te komen nog teleurstellend.

Volgens Van Steensel is de overheid te weinig betrokken bij het terugdringen van onnodig afval: “Onze inspanningen op het gebied van hergebruik hadden een grotere impact kunnen en moeten hebben. Het is hard nodig dat producenten, afvalverwerkende sector, wetenschap en rijksoverheid écht gaan samenwerken. Alleen die laatste partij ontbreekt vrijwel geheel. Dat is jammer, want er is veel meer beleid, aandacht en sturing nodig.”

Minder restafval

Om mensen te stimuleren thuis al zo veel en zo goed mogelijk afval te laten scheiden, voerde de Gemeente Noordoostpolder als eerste inzamel-gemeente het recycletarief in. Dit wordt ingezameld door HVC. Met dit recycletarief betalen bewoners een vast deel afvalstoffenheffing, en een variabel deel dat wordt bepaald door het aantal keer dat de restafvalbak aan de weg wordt gezet of hoe vaak de ondergrondse container voor restafval wordt gebruikt. Dit zorgde in 2021 voor een afname van 142,3 kilo restafval per inwoner naar 102,6 kilo. Daarnaast introduceerde HVC app voor inwoners van de gemeente Noordoostpolder. Deze geeft informatie over het op een juiste manier scheiden van afval en geeft tips door te laten zien hoeveel restafval ze hebben aangeleverd.

Niet genoeg

Toch is dit volgens Van Steensel nog niet genoeg. Als we in Nederland volledig circulair willen worden, dan moeten we volgens hem veel meer doen. “Wat al zou helpen, is een verbod op producten die niet te repareren of recyclen zijn, naast een vergaande stimulering (met juridische en financiële instrumenten) van de inzet van herbruikbare materialen.” De rijksoverheid zou een grote rol kunnen spelen om een volledig circulaire economie verder te helpen, maar die rol pakt zij op het gebied van afval en recycling nog onvoldoende. Tegelijkertijd is het ontzettend moeizaam samenwerken met diezelfde rijksoverheid op het gebied van afval en het hergebruik hiervan. Er worden grote ambities uitgesproken, zoals “volledig circulair in 2050”. Dat is mooi en ook nodig. Maar wanneer we zien wat daar in de praktijk aan gedaan wordt om dit werkelijkheid te laten worden, dan is dat teleurstellend”, aldus Van Steensel.