Algemeen

Voor de tweede keer stapt Stichting Afvaloven Nee (SAN) naar de Europese Commissie (EC), om de Raad van State (RvS) opnieuw tot de orde te roepen. De eerste keer dat SAN dit deed, leidde dit tot een nieuwe toepassing van de regels. Tóen ging het over de rekenmethode van de zoutzuur-uitstoot, waarbij een verkeerde rekencorrectie werd toegepast. Hierdoor blies de afvaloven van Omrin veel te veel zoutzuur de atmosfeer in. Nu gaat het niet om het zoutzuur, maar om metingen van temperaturen in de verbrandingskamer en daarmee om dioxines.

Na gedegen onderzoek heeft SAN vastgesteld dat de verbrandingstemperatuur van de oven te laag is en dat een door Brussel voorgeschreven fundamenteel onderzoek nooit heeft plaatsgevonden. Met als gevolg een groot risico op het vrijkomen van kankerverwekkende stoffen. De klacht die SAN nu bij de EC indient, gaat over hoe de verbrandingstemperatuur precies behoort te worden bepaald.

De betreffende rekenmethode is al jarenlang een onderwerp van discussie, waarbij Omrin schimmig blijft over de door haar gemeten verbrandingstemperatuur. Volgens de Raad van State, in zijn uitspraak van 20 oktober 2020, wordt de temperatuur op een juiste manier gemeten. SAN heeft zich altijd verbaasd over deze uitspraak, aangezien voor haar duidelijk is, dat de hier geldende Richtlijn Industriële Emissies niet goed wordt uitgelegd en toegepast. Volgens SAN rammelt de uitspraak van de RvS aan alle kanten.

De advocaat van SAN, mr. Henri Sarolea, is vastberaden: “Heel veel zaken die met de afvaloven te maken hebben kloppen niet en het is echt niet voor niets dat de Rekenkamer haar rapport over het handelen van de politiek destijds al de ondertitel mee gaf; ‘As ’t net kin sa’t moat, dan moat it mar sa’t it kin’. Maar dat nu bij de uitleg van regels aangaande nota bene zéér giftige stoffen zelfs ook onze hoogste rechters zo te werk blijken te zijn gegaan, vind ik heel erg.”