Algemeen

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het verpakkende bedrijfsleven en het ministerie van VROM zijn het eens geworden over de voorwaarden voor vergoeding van nascheiding van verpakkingsafval. Daardoor kunnen gemeenten vanaf 1 januari 2009 onder die voorwaarden in aanmerking komen voor vergoeding uit het Afvalfonds voor via nascheiding verkregen kunststof verpakkingsafval.

Deze afspraak tussen gemeenten, het verpakkende bedrijfsleven en het ministerie van VROM is gemaakt in aanvulling op de raamovereenkomst verpakkingen en zwerfafval die zij in het najaar van 2007 hebben gesloten. In deze raamovereenkomst staan onder andere afspraken over de financiële vergoeding aan gemeenten voor de gescheiden inzameling van kunststof. VNG en VROM hadden om aanvullende afspraken gevraagd wegens een nadrukkelijke oproep daartoe in verschillende moties in de Tweede Kamer (juli 2008) en omdat de VNG leden aangaven niet te kunnen instemmen met de uitvoeringsprotocollen als nascheiding hier niet in zou worden opgenomen. Voor de oplossing hiervan konden de VNG en het ministerie van VROM rekenen op de coöperatieve houding van het bedrijfsleven. Er was al overeenstemming over de overige afvalstromen: papier en karton, glas en metaal.

Het bedrijfsleven werkt sinds vorig jaar samen met de gemeenten aan de ontwikkeling van een structuur voor gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen. Het uitgangspunt van de raamovereenkomst, gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval, blijft de inzet. Er zijn nu alleen aanvullende afspraken gemaakt over de voorwaarden waardoor het mogelijk wordt voor gemeenten een vergoeding te krijgen voor via nascheiding verkregen kunststof verpakkingsafval.

Om in aanmerking te komen voor vergoeding gelden dezelfde kwaliteitscriteria als bij bronscheiding met sortering. De vergoeding is voorlopig vastgesteld op 350 euro per ton. Op 1 juli 2009 wordt de definitieve vergoeding bepaald. De definitieve vergoeding voor door bronscheiding ingezamelde kunststof verpakkingen wordt eind van dit jaar bekend gemaakt. Deze zal gebaseerd worden op de evaluatie van de proefprojecten.

lees verder…